Schotse bel zal jaarlijks herinneren aan de bevrijding

De bel, die de Schotse bevrijders in 1944 aan de Tilburger Louis van Riel overhandigden, blijft in Tilburg. Deze tastbare herinnering aan het vreugdemoment in 1944, toen de Schotten door de Heuvelstraat reden, blijft voor de eeuwigheid bewaard. Hans van Poppel, die de bel in beheer nam nadat Louis van Riel verhuisde, is zichtbaar opgelucht: ‘Ik ben blij dat de bel in Tilburg blijft.’

Enkele weken geleden berichtte het Brabants Dagblad dat het nog maar de vraag was waar de bel naar toe zou gaan, in Tilburg een plekje krijgen of terug naar de Schotten ? Direct reageerde Karel Bergmans, voorzitter van de stichting Gilde van Onze Lieve Vrouw ter Nood. Hij had al enige tijd daarvoor contact gehad met Peter van Gestel van de Werkgroep De Torenklok, om de mogelijkheden te bekijken van een kleine klok of een bel voor de Mariakapel.

De kapel werd in 1964 gebouwd, nadat de Tilburgse bevolking geld bijeenbracht ter nagedachtenis aan de bevrijding en uit dankbaarheid voor Maria. In de kapel bevinden zich nog meer herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog, zoals een namenboek van oorlogsslachtoffers en enkele plaquettes. De Schotse bel krijgt in de kapel niet alleen een symbolische betekenis, maar zal dagelijks gebruikt worden, voorafgaand aan de Eucharistieviering. Op de dag van de bevrijdingsherdenking, 27 oktober, wordt uiteraard de bel hier ingeluid.

Hans van Poppel draagt de bel over aan de gemeentelijke stadscollectie, die wordt beheerd door Stadsmuseum Tilburg. De bel wordt gefotografeerd en toegevoegd aan de digitale presentatie van de collectie, waardoor iedereen kan kennisnemen van de bel. De originele bel wordt in bruikleen gegeven aan de beheerstichting van O.L.V. ter Nood. Op deze manier is het bewaren van het erfgoed verzekerd voor de langere termijn.

De opname van de bel in de collectie van gemeente Tilburg én de nieuwe functie in de Kapel van O.L.V. ter Nood is geheel naar tevredenheid van Hans van Poppel en Ben Robben, mede-initiatiefnemer. ‘De kapel is de mooiste plaats, die we nu kunnen bedenken en vlakbij de plaats in de Heuvelstraat waar hij in 1944 werd geschonken aan de stad.’