Wij zijn initiator en trotse partner van Erfgoed Tilburg
Op dinsdag 2 september vond het vierde publieksprogramma plaats over het koloniale verleden van Tilburg. Dit keer stonden migratie, diaspora en de doorwerking van koloniale systemen centraal. De avond begon met een oproep van Glenda Pattipeilohy (Beyond Walls) om stil te staan bij de manieren waarop onderdrukkende structuren vandaag de dag voortbestaan. Ze benoemde settler colonialisme, de onderdrukking van Palestina en de exploitatie van grondstoffen in Congo, West Papua en de Molukken. Ook wees ze op de protesten tegen corruptie en politiegeweld in Indonesië.
We hebben inspiratie nodig om het goed te doen, om het beter te doen.
- Tamira Waszink - TijdLab (De Bibliotheek LocHal en Stadsmuseum Tilburg)De eerste spreker, Yvette Kopijn, ging in op een vraag die haar zowel persoonlijk als onderzoeksmatig raakt: wat betekent het om je thuis te voelen in Nederland wanneer je een koloniale geschiedenis meedraagt van gedwongen verplaatsing, ontheemding en uitbuiting? Zij schetste de dubbele migratie van Surinaamse Javanen: ruim 32.000 mensen kwamen tussen 1890 en 1939 als contractarbeiders naar Suriname, en in de periode 1970–1990 volgde een nieuwe migratiebeweging naar Nederland.
Kopijn benadrukte dat de rol van vrouwen vaak vervormd is door koloniale bronnen, die hen neerzetten als losbandig of zedenloos. Hun eigen verhalen tonen echter juist verzet en veerkracht. Op de vraag van Tamira hoe het voor deze vrouwen was om hierover bevraagd te worden, vertelde Yvette dat velen aarzelend begonnen met: “ik heb niks te vertellen.” Toch rechtten zij gaandeweg hun rug en eindigden de gesprekken vaak met trots.
Daarna sprak Audry Bron, die haar bijdrage begon met een Afrikaans gezegde: “If the lion does not tell the story, the hunter will.” De geschiedenis, zo legde ze uit, is vaak geschreven door de westerse mens, de metaforische jager. Op de vraag om een voorwerp mee te nemen twijfelde ze. Ze was namelijk ook geïnteresseerd in hoe tot slaafgemaakten zichzelf verzorgden: “zal ik een kalebas meenemen, lemmetje, of bita? Welke kant zal ik belichten?” Uiteindelijk koos ze voor het boek Medical Apartheid van Harriet Washington. Dit werk laat zien hoe lichamen van tot slaafgemaakte mensen werden misbruikt voor medisch onderzoek dat uitsluitend witte mensen ten goede kwam. Schedelmetingen en bijbelteksten werden gebruikt om slavernij te rechtvaardigen, terwijl tot slaafgemaakten zelf medische kennis bezaten waar slavenhouders vaak afhankelijk van waren.
De tijd is nu gekomen waarin wij ons eigen verhaal willen vertellen, verdiep je, deel kennis, ook al kan het pijnlijk zijn.
- Audry BronDaarna kwamen drie aanwezigen aan het woord, ieder met een meegebracht voorwerp. Ottlani Linda N’shiya toonde haar verblijfsdocument, symbool voor 24 jaar asielzoeker zijn, waarop stond: nationaliteit onbekend. Het voedde een identiteitscrisis, maar via kunst en activisme vond ze zichzelf terug: “juist door het bekrachtigen van elementen die in je zitten, zorg je dat je terugkomt bij jezelf.”
Risma ten Wolde – Byrman vertelde hoe haar moeder de Hindoestaanse taal niet mocht leren en hoe haar achtergrond vaak werd genegeerd. Zelf weigert ze zich te conformeren: “Mijn naam is Risma, en ik ben mijn kracht terug aan het pakken, met liefde.”
Martin Roos bracht foto’s mee van kinderen tijdens de hongersnood in 1949 in Indonesië, en van vrouwen die zich inzetten in de bevrijdingsoorlog. Met zijn grote collectie van o.a. persfoto’s wil hij onbekendere verhalen zichtbaar maken en bijdragen aan een meerstemmig historisch geheugen.
Tot slot sprak Dorothy Blokland over The Power of Water, haar project over de gevolgen van klimaatverandering in Suriname. Door de stijgende zeespiegel staat het land steeds vaker onder water, vooral tijdens de regentijd. Blokland werkt bewust met kinderen, omdat hun perspectief volwassenen kan raken en hen kan aanzetten tot kritische reflectie. Samen legden ze de oorzaken en gevolgen vast in foto’s en toneelstukken. Zo kwam olie naar voren als zowel vervuilend als bron van werkgelegenheid. Op Curaçao gaat Blokland verder met Anansi-verhalen, waarin ze met kinderen in gesprek gaat over de kracht van water.
De avond eindigde met een dialoog over je thuisvoelen in meerdere landen, over talen die wel of niet zijn doorgegeven en het verlangen naar verbinding. Een dochter zei: “Jammer dat ik niet Javaans heb geleerd, ik wil ook met mijn oma in Suriname kunnen praten.” Zulke verhalen raakten de kern van de avond: migratie is geen afgesloten verleden, maar werkt nog altijd door in identiteit en gemeenschap.
Het volgende en tevens laatste publieksprogramma vindt plaats op donderdag 13 november en staat in het teken van Verzoening en Herstel. Houd de website in de gaten voor updates, en hopelijk tot dan!