Wij zijn initiator en trotse partner van Erfgoed Tilburg
Een groot aantal prenten ligt uitgespreid op een grote tafel. Samen vormen ze een kleurrijk geheel. Stadsconservator Petra Robben heeft ze zojuist in ontvangst heeft genomen. “Of dit erfgoed is?” Even is er twijfel, maar dan: “Het verhaal áchter deze prenten is dat wel degelijk. En dat maakt ook de prenten zelf het bewaren waard.”
Het verhaal achter de Vermijspers-prenten is breed. Dat behelst namelijk ook hun makers, een drietal dat zich de ‘BHK-drukkers’ noemt. Ook gaat het over Tilburgse kunstenaars en diverse culturele broedplaatsen, waaronder de Tekenacademie, RUIMTE-X en NS16. Tenslotte speelt de Vermijspers zelf een belangrijke rol in dit erfgoedverhaal.
Kazernehof, 19 november 2024 – De mannen die zojuist hun prenten hebben ingeleverd, zijn nog altijd begeesterd van hun vak. Ze hebben een achtergrond als graficus, typograaf, schilder en/of tekendocent. Na hun pensionering vonden zij elkaar en vormden het collectief BHK-drukkers. De naam verwijst naar de achternamen van de heren: Paul Bogaert, Cees Hamann en Frans de Kock. Gedurende negen jaar drukten zij 34 zogenaamde ‘Vermijspers-prenten’ op een authentieke Grafix proefpers uit 1950, die eigendom was van de Bredase drukkerij Vermijs.
Aards
“Die pers stond eerst op het Cobbenhagencollege, waar ik tekendocent was,” begint Frans de Kock. “Dat was laat jaren tachtig. We haalden hem op bij een leerlooierij in Gilze-Rijen, die op het punt stond te worden afgebroken. Gelukkig gaf de directie van de school toestemming om de pers in te zetten voor mijn tekenlessen.” Ook voor Cees Hamann, voormalig tekendocent op het (destijds nog met ‘St.’ ervoor) Odulphuslyceum heeft de drukpers een bijzondere toegevoegde waarde: “Wij willen het oude handwerk uitvoeren, in de traditie van hoogdruk. Deze pers werkt volgens dit principe, dat komt heel dicht bij de methode die Gutenberg rond 1450 bedacht. Het geeft een niet te overtreffen kwaliteit.” Paul vult aan: “Het papier en de drukvorm hebben elkaar echt geraakt en dat levert een bijzonder resultaat op. De specifieke kwaliteit ervan kun je zien en zelfs ruiken. Dat is zo aards als het maar kan zijn.”
Academie
Cees (1940) en Frans (1940) krijgen hun opleiding op de Academie voor Opleiding tot Teken- en Handvaardigheidsleraren. Destijds was die gevestigd aan de Vincentiusstraat, later aan de Bosscheweg (de huidige Tivolistraat). Frans: “We kregen les van mensen als van Ru van Rossem, Nico Molenkamp, Jan Dijker en Toon Wegner.” Paul (1953) maakt al op de kleuterschool linosnedes – “Met een guts, ja dat mocht gewoon!” – en volgt eveneens de Academie. “Ik wilde beeldhouwer worden, maar bleek daar te ongeduldig voor. Lessen met klei- en gipswerk kregen we nog in de Tivolistraat, want het nieuwe gebouw in de Professor Cobbenhagenlaan mocht niet vuil worden, haha.”
teleXpress
Jaren later mag Paul bij teleXpress (de uitgeverij van de Tilburgse fotograaf en cultureel ondernemer Ernest Potters), een zelfgemaakte prent laten afdrukken. Daar, in RUIMTE-X, komt hij in contact met Frans en Cees. De Vermijspers had bij het Cobbenhagencollege namelijk het veld moeten ruimen en stond nu in het atelier van Potters aan de Telexstraat. Deze gebruikt de pers om boekjes van voornamelijk Tilburgse schrijvers, dichters en beeldende kunstenaars te drukken. Frans en Cees produceren in die tijd diverse boekjes, waaronder Ode aan de Typografie en het typografische werk X, dat helemaal is opgebouwd uit verschillende letters X.
NS 16
In 2013 pakken zich opnieuw donkere wolken samen boven de Vermijspers: het pand van Potters wordt verkocht en voor de pers moet een nieuw onderkomen worden gezocht. Hij verhuist naar het ateliercomplex NS 16. Paul: “Hier ontstond de naam BHK-drukkers. We wilden graag doorgaan met het drukken van Vermijspers-prenten. Maar omdat we nu voortaan huur moesten betalen én de drukpers moesten onderhouden, hadden we financiële middelen nodig. Toen bedachten we een abonnementsvorm: voor vijftig euro per jaar ontvingen de deelnemers viermaal per jaar een prent van een door ons uitgenodigde gastkunstenaar, die belangeloos daaraan wilde meewerken. We zouden elke drie maanden een prent maken en uitgeven. De totale oplage was steeds vijftig. Daarnaast maakten we eigen werk."
Prenten, geen centen
Cees: “We hebben verschillende technieken gebruikt, van linosnede tot gelaserde hoogdruk. Aanvankelijk combineerden we tekst en beeld, maar sinds 2018 doen we uitsluitend beeldende kunst.” Volgens Paul zijn de kunstenaars blij met de kwaliteit van het drukwerk. “Maar ook met ons vakmanschap. Dat schiep een vertrouwensbasis. Het ging ons ook nooit om de centen. We wilden zelf graag vrije producties maken en dit was voorwaardenscheppend. Zo zorgden we ervoor dat elke prent steeds een nieuw avontuur was die steeds voor een andere kijkervaring zorgde. Het was altijd een combinatie van ons werk en dat van de kunstenaar. Dat vertrouwen was het belangrijkste fundament voor samenwerking. Daarom vind ik de totaliteit van ons werk ook het mooiste: het is een hele constante productie geweest.”
Gaat het verhaal door?
In 2024 verhuisde de Vermijspers naar een atelier in Breda. Komt er nu dan een einde aan BHK-drukkers? “Als het aan ons ligt niet,” reageert Frans de Kock direct. “Maar ja, vind maar weer eens zo’n drukpers.” Dan bedenkt Petra Robben dat er in de collectie van Stadsmuseum Tilburg een negentiende-eeuwse pers staat te verstoffen. “Die willen we graag een keer bekijken!” roepen de BHK-drukkers in koor.
Petra tenslotte: “Dus als ik antwoord moet geven op de vraag of dit erfgoed is, dan zeg ik volmondig ‘Ja’. Zowel de prenten zelf als het verhaal erachter zijn het bewaren waard. Daarom nemen we ze op in de gemeentelijke collectie.”
Als ik antwoord moet geven op de vraag of dit erfgoed is, dan zeg ik volmondig ‘Ja’.
- Petra Robben, stadsconservatorPrent van Nina van de Ven
Prent van Hans Vijgen
Frans de Kock, Cees Hamann en Paul Bogaert
Een prent van Paul Bogaert uit 2016