Vlag Coba Pulskens wordt onderzocht

De ongehuwde Jacoba (Coba) Maria Pulskens (Tilburg 1884 – Ravensbrück (DE) 1945) werkte als schoonmaakster bij Publieke Werken. In de Tweede Wereldoorlog hield zij tal van onderduikers en geallieerde piloten in haar huis op Diepenstraat 25 verborgen. Op 9 juli 1944 drong een Duits overvalcommando haar woning binnen. Daar ontdekten zij drie geallieerde piloten, de Australiër Jacques Stewert Knott, de Canadees Roy E. Carter en de Engelsman Ronald A. Walker. Zij werden in de keuken en op de plaats doodgeschoten.

Coba bedekte twee van de doodgeschoten piloten met de Nederlandse vlag, een moedige daad. Deze vlag is in de collectie van Stadsmuseum Tilburg terecht gekomen en wordt in samenwerking met het Oranje Comité Tilburg onderzocht. Mogelijk wordt DNA-onderzoek gedaan naar de vlekken op de vlag. Het zou kunnen zijn dat de bloedvlekken van de omgekomen piloten zijn.

Pulskens kwam in Kamp Vught terecht en op Dolle Dinsdag werd zij overgebracht naar concentratiekamp Ravensbrück. Daar werd zij op 17 maart 1945 vergast. In 1947 werd er bij haar woning in de Diepenstraat een gedenksteen aangebracht. Vanwege de slechte staat, werd deze in 1989 vervangen door een replica. Dit monument zit nu in de gevel van Diepenstraat 23, naast de plek waar vroeger Pulskens’ huis stond. In de hal van Publieke Werken aan de Noordhoekring werd een herinneringsplaat aangebracht, die na de sloop van dat gebouw in de collectie van Stadsmuseum Tilburg kwam. Bij de viering van het 40-jarige bevrijdingsfeest op 27 oktober 1984 onthulden omwonenden een herdenkingskei in het plantsoen van de Coba Pulskenslaan. Op dezelfde dag bood een deputatie van het 83e Squadron van de Royal Air Force een Coba-plaquette aan, die een plaats kreeg in de Kapel O.L. Vrouw ter Nood.

(Bron Wiki Midden-Brabant)