Wij zijn initiator en trotse partner van Erfgoed Tilburg
Op zondag 7 mei 2023 worden in Tilburg struikelstenen geplaatst voor David, Kaatje en Salomon Gersons aan de Bisschop Zwijsenstraat 47 en voor het gezin Czapnik (Chaim, Frajdla, Fanny, Salomon en Leo) aan de Lange Nieuwstraat 111. Zij waren Joodse Tilburgers, die de Tweede Wereldoorlog niet hebben overleefd. Door struikelstenen te plaatsen op de adressen waar ze gewoond hebben, komt er een blijvende herinnering aan deze mensen.
Enkele nabestaanden uit het buitenland zijn bij het leggen van de stenen aanwezig.
Wil je erbij aanwezig zijn? Zorg dan dat je op 7 mei om 12.00 uur aanwezig bent bij de Bisschop Zwijsenstraat 47 voor de struikelstenen van de familie Gersons. Gezamenlijk wandelen de aanwezigen daarna naar de Lange Nieuwstraat 111 voor de struikelstenen van de familie Czapnik. Rond 12.45 uur worden die daar geplaatst. Let op, een deel van de Lange Nieuwstraat ligt open door werkzaamheden. De struikelstenen worden daarom 'symbolisch' gelegd totdat de bestrating klaar is.
Het leggen van deze struikelstenen is een initiatief van Tilburgse vrijwilligers in samenwerking met Stadsmuseum Tilburg. Er liggen in Tilburg al ruim 60 struikelstenen. De levens van de families Gersons en Czapnik leken onbezorgd totdat de Joodse onderdrukking begon tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hieronder lees je kort over de verloren levens. In de Wiki Midden-Brabant lees je uitgebreidere levensverhalen.
Familie Gersons
De moeder uit het gezin Gersons is Kaatje Gersons-Hartog. Zij werd in 1894 in Tilburg geboren en trouwde op 14 november 1921 te Tilburg met David Gersons. Ze kregen een dochter, Catharina (Rini) en een zoon, Salomon (Lo). Nadat haar man in oktober 1942 in Mauthausen was omgekomen, doken Kaatje en haar kinderen onder. Kaatje werd op haar onderduikadres aan de Korenbloemstraat met zeven andere onderduikers gearresteerd. Via Vught kwam zij in Westerbork aan (barak 67, de 'strafbarak'). Op 3 september 1944 is Kaatje gedeporteerd naar Auschwitz. Daar is zij bij aankomst op 6 september 1944 vermoord. Kaatje Hartog werd 49 jaar.
David Gersons werd in 1892 in Tilburg geboren. Hij had een rund-, kalfs en lamsslagerij aan de Bisschop Zwijsenstraat 47. David moest zich bij de politie melden nadat hij in mei 1942 bekeurd was wegens het overtreden van twee verordeningen. Hij werd echter niet gearresteerd door de Tilburgse politie omdat hij suikerpatiënt was. Op 22 juni 1942 moest hij zich melden bij de Sicherheitspolizei en op 3 juli werd hij ingeschreven als gevangene in kamp Haaren. Via concentratiekamp Amersfoort kwam hij terecht in het concentratiekamp Mauthausen, waar hij op 11 oktober omkwam.
De zoon Salomon 'Lo' Gersons werd in 1925 in Tilburg geboren. In 1941 was Lo een van de leerlingen aan de Rijks-HBS Willem II. Omstreeks midden maart 1944 overleed Salomon door een noodlottig ongeval. Op zaterdag 18 maart 1944 werd uit het Wilhelminakanaal het lichaam opgehaald van een onbekende man, oud 20 à 30 jaar. Het lijk bleek het lichaam te zijn van Salomon Gersons. In het ziekenhuis werd geconstateerd dat hij vermoedelijk verdronken was. Er waren geen sporen van geweld.
De enige van de familie die de oorlog overleefde was dochter Catharina. Zij overleed in 2011.
Familie Czapnik
Chaim Mordka Czapnik werd op 21 maart 1904 geboren in Wodziskaw (Polen). Samen met zijn broer Zalman Nuszin vluchtte hij Polen uit om de dienstplicht te ontlopen. Vanuit Antwerpen kwamen zij begin jaren 1930 naar Tilburg. Chaim Czapnik trouwde met Frajdla Grynszpan. In Antwerpen wordt hun dochter Fanny geboren. In 1932 komt Chaim met vrouw en dochter vanuit Antwerpen naar Tilburg. Daar worden nog twee zoons geboren, Salomon in 1933 en Leo Leib in 1936. Het gezin Czapnik woont in Tilburg op verschillende adressen; vanaf 1938 wonen ze aan de Lange Nieuwstraat 111, de plek waar de struikelstenen gelegd worden.
Chaim Czapnik was met zijn gezin opgeroepen om zich op 28 augustus 1942 bij de BBA-loods nabij het station te melden voor ‘werkverruiming’ in Duitsland. Zij worden met zijn allen naar Den Bosch overgebracht en gaan dan per trein met zestien andere Tilburgse Joden naar het station Hooghalen in Drenthe. Vandaar moeten ze te voet naar het vijf kilometer verderop gelegen kamp Westerbork. Het gezin Chapnik is op 4 september 1942 van Westerbork naar Auschwitz gedeporteerd. Moeder Frajdla en de kinderen Fanny, Salomon en Leo Leib zijn hoogstwaarschijnlijk meteen bij aankomst in Auschwitz op 7 september vermoord. Chaim is vermoedelijk onderweg naar Auschwitz bij het Poolse stadje Cosel uit de trein gehaald en ingezet als dwangarbeider. Hij kwam ergens in Midden-Europa om. Zijn 'administratieve' sterfdatum is 31 maart 1944. Chaim Czapnik werd 40 jaar, Frajdla 36 jaar.
In de Wiki Midden-Brabant staat vermeld welke struikelstenen er in Tilburg zijn gelegd, met steeds een link naar een levensbeschrijving van de betreffende persoon.