Keti-Kotimaand 2023, herdenken afschaffing slavernij

Voor het tiende achtereenvolgende jaar wordt in Tilburg de Keti-Kotimaand georganiseerd. In deze maand vinden activiteiten plaats in aanloop naar het Keti-Kotifeest op 1 juli, de viering van de afschaffing van de slavernij in het Koninkrijk der Nederlanden op 1 juli 1863-1873, dit jaar 160/150 jaar geleden. *

Op 30 juni worden de offers herdacht die slaafgemaakte voorouders hebben gebracht. Een dag later, 1 juli Keti-Koti, wordt de vrijheid gevierd. Het TijdLab biedt ruimte aan drie evenementen tijdens de Keti-Kotimaand.

Mini expo:

In het TijdLab is gedurende de maand juni en juli een mini expo te zien met voorwerpen uit de Maroncultuur van Suriname.

Programma:

• Op 4 juni vindt de start van de Keti-Kotimaand plaats met een herdenking- en reflectiemiddag over de Hindoestaanse Migratie in Suriname met oa. Radjinder Bhagwanbali. Deze middag wordt georganiseerd door For Our Community.
  Locatie: Stemmingmakerij LocHal
  
  
• Op 17 juni is er een dialoogmiddag met een lezing van Kenneth Vers Babel, afro-theoloog en geestelijk verzorger. Deze dialoog wordt georganiseerd door het Comité 30 juni-1 juli in samenwerking met For Our Community.
  Locatie: Kennismakerij LocHal
  
  
• Op 30 juni is er de Dag van Besef, georganiseerd door Comité 30 juni-1 juli in samenwerking met For Our Community en Anti Racisme Groep.
  Locatie: Slavernijmonument op het Burgemeester Stekelenburgplein in de Spoorzone, met daarna een Puu Baaka (Marron-ritueel) in de Stemmingmakerij LocHal.
  
  
• Lezen en luisteren in de LocHal: Op de eerste verdieping in de LocHal staat in de maand juni een collectietafel met boeken over koloniaal verleden, diversiteit maar ook Caribische literatuur en is er ruimte om samen te lezen.
  
  

Het Comité 30 juni-1 juli organiseert nog meer activiteiten rondom Keti-Koti in de maand juni. Kijk voor alle activiteiten op de website.

* Uitleg over de jaartallen: in 1863 werd de slavernij in Suriname en het Caribisch gebied afgeschaft. In de wet die de slavernij verbood stond echter dat de tot slaaf gemaakten op de plantages in Suriname nog tien jaar onder toezicht stonden van de staat. Ze werden in die tien jaar betaald, maar werden wel gedwongen die tien jaar te blijven werken. Pas in 1873 waren zij vrij.
Aruba, Curaçao, Bonaire, St. Maarten, St. Eustatius en Saba kenden de tien jaar staatstoezicht níet. Slavernij was daar in 1863 echt voorbij. Die gemeenschappen vieren dus 160 jaar afschaffing van de slavernij.